Tijdens de vier btw-bijeenkomsten die het Watersportverbond heeft gehouden in de november, december en januari is door een aantal verenigingen vragen gesteld die de moeite waren om voor te leggen aan het Ministerie van Financiën. De antwoorden zijn nu binnen.
Het ministerie geeft hierbij antwoord op vragen als: Is een ontmantelde zeilboot nog geschikt en noodzakelijk voor de zeilsport? Zo nee, vallen vaartuigen die tijdelijk ontmanteld zijn en bijvoorbeeld in een winterstalling liggen uit de btw-vrijstelling? En geldt de vrijstelling ook als sprake is van een ligplaats voor een roeiboot met buitenboordmotor? Wat houdt de btw-vrijstelling voor fondswervende prestaties in?
Niet met terugwerkende kracht
Een andere interessante vraag is: Kun je btw die is afgedragen over de verhuur van ligplaatsen voor zeilboten na 25 februari 2016 (de datum waarop het HvJ zijn uitspraak heeft gedaan over de Nederlandse btw-regeling voor watersportverenigingen) terugvorderen bij de belastingdiensteenheid? Hierop antwoordde het ministerie dat het arrest van het HvJ heeft geen terugwerkende kracht heeft. Er kan dus géén btw worden teruggevraagd die in rekening is gebracht in een tijdvak dat voorafgaat aan het tijdvak waarin februari 2016 is opgenomen, tenzij dat tijdvak nog niet definitief is afgesloten. De btw die ná die datum op grond van het arrest onterecht in rekening is gebracht, kan alsnog worden teruggevorderd. Vanaf het tijdvak waarin de maand februari 2016 is opgenomen moet de eventueel in aftrek gebrachte voorbelasting echter steeds worden gecorrigeerd.
Lees het volledige bericht op www.watersportverbond.nl