De hoofdvaarwegen worden, zeker in de zomerperiode, gebruikt door zowel beroepsvaart als recreatievaart. Vanaf een groot schip zijn kleine vaartuigen vaak minder goed te zien. Ook gaan beroepsvaartuigen doorgaans sneller. Soms levert dit gevaarlijke situaties op. Om de veiligheid van de recreatievaart te vergroten legt Rijkswaterstaat de komende weken waar het kan weer zogenaamde recreatiegeulen aan.
Fietspad voor pleziervaart
De recreatieboeien (officieel heten ze bakens of sparren omdat ze niet verlicht zijn) worden gelegd waar het water nog ongeveer 1,5 meter diep is. Zo ontstaat er een soort fietspad naast de hoofdvaarweg. Voor grote beroepsvaart is het hier te ondiep, maar pleziervaartuigen kunnen hier prima varen. Zo scheidt Rijkswaterstaat de recreatievaart van de beroepsvaart en kan de recreatievaart veilig en met plezier gebruik maken van de grote rivieren en wateren. Het is voor recreatievaart niet verplicht om hiervan gebruik te maken, maar wel verstandig.
Betekenis boeien
De markering die de recreatievaargeul aangeeft is herkenbaar aan de rood-witte en groen-witte strepen. Op grotere wateren als de Waddenzee, Westerschelde en de Noordzee worden in verband met internationale regelgeving gele boeien gelegd om de recreatiegebieden aan te geven.
1700 boeien
De recreatiegeulen zijn te vinden door heel Nederland, daar waar het veiliger is en er ruimte voor is. Bijvoorbeeld op de Westerschelde, het Veerse Meer, Grevelingenmeer, IJsselmeer en Randmeren, de Waal (bochten Nijmegen), het IJ en de Waddenzee. In heel Nederland legt Rijkswaterstaat ruim 1700 recreatieboeien voor het seizoen.