Wat als de schade aan een vaartuig zodanig is dat de expert meent het als totaal verloren te moeten beschouwen? Wanneer is er sprake van een totaal verlies en hoe loopt de procedure daarin? Expert Dhr. Jansen van CED Watersport legt het ons uit.
Er zijn twee soorten totaal verlies:
1. Constructief totaal verlies. De schade is van dien aard en omvang dat het vaartuig technisch niet meer te repareren is.
2. Economisch totaal verlies. Hiervan is sprake wanneer de reparatiekosten meer bedragen dan het verschil tussen de dagwaarde vlak voor de schadegebeurtenis en de waarde van de restanten erna.
Een constructief totaal verlies is vaak eenvoudig te begrijpen. Het vaartuig is dan zo zwaar beschadigd dat herstel redelijkerwijs niet meer mogelijk is.
Een economisch totaal verlies is ingewikkelder. Hierbij moeten de waarden vastgesteld worden en moeten reparatiekosten worden begroot. De dagwaarde is de waarde van het vaartuig direct voorafgaand aan de schadegebeurtenis. De waarde van de restanten is de waarde erna. Wanneer de reparatiekosten hoger zijn dan het verschil tussen de dagwaarde en de restwaarde is er sprake van economisch totaal verlies. In dat geval zal het schadebedrag vastgesteld worden op basis van dagwaarde minus restantwaarde. Het verschil tussen dagwaarde en restwaarde is het maximale bedrag dat verzekeraar zal uitkeren als schadebedrag op de cascopolis. De restwaarde komt van opkopers.
De rol van de expert
De schade-expert stelt de dagwaarde en de restwaarde dus vast op basis van beschikbare informatie. Als de verzekerde zelf interesse heeft in de restanten kunnen die tegen de restwaarde in bezit blijven. Het kan ook zijn dat de verzekerde geen interesse in de restanten heeft, in welk geval het vaartuig zal worden verkocht aan de hoogste bieder. De expert legt het hoogste bod wel voor aan de verzekerde die op dat moment alsnog kan beslissen
de restanten te houden.
Wanneer de verzekerde de restanten wil verkopen kan de hoogste bieder het jacht overnemen en wordt er een verkoopovereenkomst opgesteld voor verkoop aan de opkoper. Tot de afwikkeling blijven de restanten eigendom van de verzekerde. De restanten worden niet overgenomen door de verzekeraar en moeten formeel door de verzekerde zelf worden verkocht. De expert zal met de verzekerde bepalen welke schadebeperkende maatregelen genomen
moeten worden om grotere schade aan vaartuig en/of omgeving te voorkomen. Voor deze maatregelen is de verzekerde de opdrachtgever.
De expert is dus degene die de dagwaarde en de restantwaarde vaststelt en de reparatiekosten begroot. Hij zal de verzekerde hierin betrekken. Als de verzekerde het niet eens is met de expert kan deze zelf een expert benoemen, zoals omschreven in de verzekeringsvoorwaarden.
CED heeft in 2016 een Total Loss Bureau (TLB) opgezet, waarbij een netwerk aan opkopers automatisch wordt geïnformeerd als er geboden kan worden op de restanten van een vaartuig. De aangesloten opkopers krijgen een bepaalde termijn om te reageren en worden verplicht het vaartuig bij akkoord binnen een vooraf afgesproken termijn af te halen. De opkoper keert het koopbedrag vervolgens uit aan de verzekeraar, zodat de verzekerde bij een totaal verlies het bedrag tot aan de dagwaarde via de verzekeraar ontvangt. Met deze dienst worden de verzekeraar en de verzekerde voor een groot stuk ‘ontzorgd’.
Meer weten over de diensten van CED Watersport? Kijk op www.ced-watersport.nl