Naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State waarin een woonboot in Amsterdam als bouwwerk en omgevingsvergunningsplichtig is aangemerkt is het voornemen om de definitie van bouwwerken te wijzigen. Door deze wijziging vallen drijvende objecten die langer dan drie maanden met een woon- of
andere gebruiksfunctie ergens afgemeerd liggen onder de Woningwet en daarmee onder het Bouwbesluit en de Omgevingswet. Platform Waterrecreatie maakt zich zorgen over het voorstel en spreekt zelfs van ‘een bedreiging voor het varend erfgoed’.
Samen met Federatie Varend Erfgoed Nederland (FVEN), Landelijke Vereniging tot Behoud van het Historische Bedrijfsvaartuig (LVBHB), Binnenvaart Logistiek Nederland BLN – Koninklijke Schuttevaer, Algemeene Schippers Vereeniging (ASV), Stichting Mobiele Collectie Nederland (MCN), Mobiel Erfgoed Centrum (MEC), Maritiem Museum Rotterdam, Stichting Erfgoedhavens Rotterdam, Museumwerf Vreeswijk Nieuwegein, Museumhaven Gouda,
Stichting Museumhaven Willemsoord Den Helder, Stichting Museumhaven Leeuwarden en Schepencarrousel maakt ze bezwaar.
“De bedoeling is dat alle bestaande gevallen via een overgangsregeling de vereiste vergunning krijgen, nieuwe gevallen moeten een omgevingsvergunning aanvragen. Voor woonarken, watervilla’s, drijvende hotels en andere drijvende objecten die slechts in beperkte mate afwijken van woningen op het land is dat begrijpelijk. Er is echter een categorie drijvende objecten die sterk afwijkt van vergelijkbare objecten op het land: de varende schepen met een woon- of andere
gebruiksfunctie, in dit stuk kortweg omschreven als ‘varende woonschepen’. Varende woonschepen wijken door hun aard zodanig af van woonarken, watervilla’s of woningen op het land dat het in de rede ligt vrijstelling te verlenen voor deze categorie drijvende objecten. De technische en ruimtelijke eisen zouden voor varende woonschepen onevenredig zwaar uitvallen en dit voldoet niet aan het evenredigheidsbeginsel.”
Met name het mobiele karakter van varende woonschepen zal volgens de bezwaarmakers problemen opleveren. De Omgevingswet gaat er immers vanuit dat een object in plaats bepaald is. Dit levert veel knelpunten en beperkingen op voor varende woonschepen. Ook voor bestaande historische havens zal dit ongewenste
effecten hebben, want die zijn juist gebaat bij de dynamiek van schepen die mobiel zijn.
De behoudsorganisaties van historische schepen vervolgen: “De wetstekst correspondeert niet met de bedoelingen als omschreven in de Memorie van toelichting. Dit zal voor varende woonschepen veel onbedoelde gevolgen hebben en jarenlange juridische procedures en rechtsonzekerheid geven. Deze problematiek heeft jarenlang voor woonarken bestaan en zou nu voor varende woonschepen gaan gelden. De overgangsregeling kent voor varende woonschepen vele lacunes en zal veel onbedoelde gevolgen hebben en onzekerheid veroorzaken voor huidige bewoners van varende woonschepen die nu passen binnen de huidig regelgeving.”