Het is al meer dan 250 jaar een echte mannenhobby: het knutselen van miniatuurschepen in een glazen fles. Het Flessenscheepjes Museum in Enkhuizen beschikt met meer dan 1000 stuks over de grootste collectie ter wereld, en krijgt de scheepjes aangeleverd vanuit alle windstreken. Zeker voor botenliefhebbers absoluut de moeite waard om er eens een kijkje te nemen.
Tekst: Ingrid Koorn
Foto’s: Klaas Jan Hoeve, Frans Wesseling en Beata Wojtkiewicz
Met dank aan Arie Oussoren, Frans Wesseling en Jan Hetteling
Dit artikel verscheen eerder in Godevaert Magazine (jaargang 9, nummer 4, augustus/september 2014)
Op een steenworp van de haven
Ook het museum zelf is een lust voor het oog. Het is gevestigd in het zogeheten Spuihuisje in de historische binnenstad van Enkhuizen. Dit fraaie zeventiende-eeuwse gebouwtje diende om het binnenwater van Enkhuizen bij onstuimig weer middels een spuisluis af te sluiten van de toenmalige Zuiderzee, om het waterpeil te kunnen reguleren.
In 1992 kreeg het Spuihuisje, dat tot 1990 nog werd bewoond, zijn bestemming als museum. Twee enthousiaste mensen, Jan Visser uit Amsterdam en Jan Hetteling uit Enkhuizen, zorgden ervoor dat de Gemeenteraad van Enkhuizen de bestemming van het pand (met de status van een Rijksmonument en eigendom van de gemeente) wijzigde van woning in museum. Visser en Hetteling regelden zelf het eerste deel van de inventaris: 350 flessenscheepjes, vitrines en een kassa. Inmiddels worden er rond de 450 flessenscheepjes in het museum tentoongesteld, met nog een stuk of 550 die in het depot wachten tot zij weer in de expositie mogen.
Bij binnenkomst is de uitstalling van al dat glas oogverblindend. De kleuren van de scheepjes, vaak ook nog voorzien van een helderblauwe zee of een achtergrond van felgroene palmbomen, zorgen voor een visueel spektakel in de flessen in de vitrines. En denk niet alleen aan “gewone” flessen; er zijn ook lampenpeertjes, flessen in de vorm van vissen en andere dieren en andere originele glasobjecten. En dat in allerlei afmetingen, tot miniatuurflessenscheepjes van slechts 5 centimeter.
Vrij uniek is dat het museum geheel bestaat bij de gratie van donaties uit de hele wereld en volledig gerund wordt door vrijwilligers. Medewerker Arie Oussoren: “Het museum krijgt flessenscheepjes in alle soorten en maten toegestuurd. Een aantal jaar geleden zelfs nog een collectie van circa 125 stuks van een Duitse bouwer. Onder deze giften zitten veel moderne flessenscheepjes, maar soms ook heel oude. In veel gevallen is niet met zekerheid vast te stellen uit welke periode deze historische exemplaren dateren. Ze gingen vaak over van generatie naar generatie, of ze werden cadeau gedaan aan anderen, zonder dat precies bekend was waar de oorspronkelijke eigenaar ze ooit op de kop had getikt. Voor zover bij ons bekend is, stamt het oudste Nederlandse flessenscheepje uit 1879. Het werd gemaakt op Terschelling en is te zien in ons museum.”
Monnikenwerk voor matrozen
De kunst van het knutselen van objecten in een fles komt hoogstwaarschijnlijk bij monniken vandaan. Het oudste tafereel in een fles – uit Engeland – wordt gedateerd op 1719. Matrozen namen dit tijdverdrijf over op hun lange reizen op zee. Soms was het dagen of zelfs weken windstil en had de bemanning weinig om handen. Om de verveling tegen te gaan zochten ze afleiding in het namaken van hun eigen schip in het klein. En om deze miniatuurtjes veilig te stellen vonden ze een slimme oplossing. Een ware zeeman zorgde bij vertrek immers dat hij een goede portie hartversteviging op zak had, dus genoeg rondslingerende lege sterkedrankflessen aan boord.
En zo ontstond de kunst van het flessenscheepjes maken. Medewerker Arie Oussoren: “Er ging ontzettend veel tijd en geduld mee gemoeid, vandaar dat men het ook wel “geduldscheepjes” noemde. Overigens hebben de oudste flessenscheepjes nog geen zeilen aan de masten. De bemanning kon namelijk, met hun schaarse kleding, nog niet het kleinste stukje stof van hun blazoen uitsparen.”
Behalve als leuk tijdverdrijf hadden de flessenscheepjes nog een praktische functie. Zo konden de matrozen in elke haven proberen om hun creaties te ruilen voor een nieuwe fles drank. En daarmee bleef de zeemanshobby moeiteloos in stand.
De techniek van het ambacht
In het museum is een uitgebreide demonstratievideo te zien waarin de inmiddels gepensioneerde medewerker Ab Weerman stap voor stap haarfijn uitlegt hoe je zo’n scheepje nou door zo’n vermaledijd smalle flessenhals krijgt. In het kort: de onderdelen van het schip worden zorgvuldig uitgemeten op de maat van de flesopening, gesneden, bijgeschaafd, aan en op elkaar geplakt en van een kleurtje voorzien. Wie er zin in heeft knutselt er ook nog een achtergrondje bij van zee, haaien, eilandjes et cetera. Maar dan… hoe krijg je de masten door de flessenhals? Daar komt het draadgerei in zicht. Op ingenieuze wijze worden draadjes door kleine uithollingen in de romp gevlochten, die worden verbonden met de (nog gestreken) masten. De uiteinden van de draden lopen door de boegspriet of achtersteven, naar gelang de opstelling van het scheepje, en door de hals de fles uit. Het scheepje wordt de fles ingeschoven, met een pincet of iets soortgelijks vastgeprikt in de kleverige ondergrond (speciale klei of stopverf bijvoorbeeld). Na minstens een dag laten drogen komt het spannende finalestuk: het omhoogtrekken van de masten. Dat gebeurt door heel voorzichtig aan de draadjes te trekken die in verbinding staan met de nog liggende masten. Als het mislukt: dikke miserie, alle inspanning voor niets geweest. Maar als het goed gaat:
euforie! Als de masten eenmaal staan, er misschien met een penseeltje hier en daar nog even iets is bijgeverfd en het geheel tot tevredenheid oogt, worden de draadjes aan de boegspriet of achtersteven vastgelijmd en de overtollige stukjes afgeknipt. Stop op de fles en Finito!
Oog voor detail
Tegenwoordig hebben flessenscheepjesbouwers natuurlijk meer verfijnde instrumenten tot hun beschikking dan de matrozen van weleer, wat maakt dat het ambacht nog veel verder geperfectioneerd kan worden. Dat levert schitterende exemplaren op. Hoe dan ook zijn vrijwel alle flessenscheepjes in het museum een wonder van vernuft, toewijding en oog voor detail, uit welke tijd ze ook stammen. Daarbij vertellen de enthousiaste vrijwilligers van het museum maar al te graag over de geschiedenis en technische details van deze bijzondere en eeuwenoude hobby. Hoe luidde het spreekwoord ook alweer? Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd. Gaat dat zien!
Flessenscheepjes Museum
Zuiderspui 1
1601 GH Enkhuizen
T: 0228-318583
www.flessenscheepjesmuseum.nl
Openingstijden: dinsdag t/m zondag van 12.00-17.00 uur. Van 1 juli t/m 31 augustus is het museum ook op maandag geopend.