De groei van de overlast veroorzakende waterplanten op het Oldambtmeer is sterk afgenomen. Daarnaast is het water in een deel van het meer troebeler geworden. Dat blijkt uit onderzoek van het waterschap Hunze en Aa’s, die jaarlijks de waterkwaliteit en de groei van de planten controleert.
Het totaal aantal planten dat door de maaiboten jaarlijks wordt opgehaald is fors gedaald. In 2013 werd er nog 545 ton binnen gehaald, tegen 50 ton dit jaar. De meeste planten werden in woongebied De Wei aangetroffen. Ook hoefden de boten minder uren te maaien. In 2013 waren dat nog 1793 uren terwijl afgelopen zomer slechts 582 vaaruren telde.
Op het Oldambtmeer varen zomers twee grote en één kleine maaiboot. Deze houden de waterplanten kort. De schroeven en kielen van boten bleven voorgaande jaren regelmatig steken in met name de waterpest. Deze is samen met het Aarvederkruid sterk afgenomen. De hoeveelheid kranswier in het meer is ten opzichte van vorig jaar stabiel gebleven. Deze korte plant is in het verleden doelbewust in het meer uitgezaaid als bodembedekker. De geringe lengte zorgt dat boten hier minder last van hebben.
Oorzaak
Vermoedelijke oorzaak van de afname van de waterpest is een combinatie van een verminderd doorzicht en toegenomen vogelvraat afgelopen winter. Er heeft nauwelijks ijs op het meer gelegen, waardoor watervogels konden blijven dooreten. Ook was het water door het ontbreken van een ijslaag veel meer in beweging, waardoor slib door het water zweeft. Diverse baggerwerkzaamheden en werkzaamheden aan kades en op het meer hebben het water mogelijk ook extra vertroebeld.
Garanties
Garanties dat de waterpest volgend jaar ook wegblijft, kan het waterschap niet geven. Het duurt nog zeker tot 2017 voordat het Oldambtmeer ecologisch stabiel is. Tot die tijd worden de maaiboten elke zomer ingezet. De gemeente Oldambt, provincie Groningen en het waterschap geven daar jaarlijks 225.000 euro aan uit.