Het is een veelgehoord advies bij eigenaren van polyester boten: pas op voor osmose. Maar wat is osmose precies en wat zijn de gevaren? Hoe kun je het verhelpen? Of beter nog: kun je het voorkomen?
Tekst en foto’s: Boj van Baars
Dit artikel is gepubliceerd in Godevaert 2-2013
Wat is osmose?
Om een idee te krijgen wat osmose is hebben we eerst drie definities nodig: die van GRP, osmose en hydrolyse. GRP staat voor glass fiber reinforced plastic, ‘glasvezel versterkt kunststof’. Het gaat hierbij niet alleen om polyester maar ook over vinylester en epoxysystemen. Osmose treedt op wanneer aan beide zijden van een membraan (de wand) een onevenwicht bestaat in de concentratie aan opgeloste stoffen (zie figuur 1). Het halfdoorlatend membraan is in dit geval ondoorlaatbaar voor deze opgeloste stoffen, maar laat wel het oplosmiddel door (zie figuur 2). Osmose openbaart zich meestal in de vorm van blaasjes. Hydrolyse staat voor het splitsen van een chemische verbinding door toevoeging van water.
Vertaling naar GRP pleziervaartuigen
Laten we er van uitgaan dat vloeistof ‘b’ het water is waar onze vaartuigen in drijven en vloeistof ‘a’ het vocht dat in het GRP aanwezig is. De wand tussen beide is de gelcoat die het laminaat van de romp moet beschermen tegen het indringen van vocht. Water kan worden opgenomen door onder andere het ontstaan van kleine kanaaltjes in de gelcoat door verdampen van styreen (onverzadigde koolwaterstof). Nu komt hydrolyse om de hoek kijken. Doordat dit water lange tijd in het laminaat blijft, zal dit het splitsen van chemische verbindin gen (twee-componenten polyester) op gang brengen en ontstaat osmose. Immers: de dichtheid van het water buiten en binnen de romp aan beide zijde van het de gelcoat verschilt. Het volume vocht wat in het laminaat zit neemt toe, zie figuur 1 en 2, wat zich profileert als blaasjes op de romp. Vaak zullen de blaasjes zich eerst openbaren net onder de gelcoat, ontwikkeling dieper in het laminaat komt ook geregeld voor. Zeer ernstige vormen van osmose zoals delaminatie komen ook voor maar worden tegenwoordig steeds zeldzamer door gebruik van betere materialen en verwerkingsmethoden.
Vochtopname, hydrolyse en osmose zijn inherent aan GRP dat langdurig in contact met water staat. Deze verschijnselen zijn dus onvermijdelijk. Het is alleen de vraag wanneer het zich openbaart. Osmose zal zich makkelijker ontwikkelen bij hoge temperaturen en bij zoetwater. Ook het toegepaste kunststof en glasvezelmat zijn van invloed op het osmoseproces. Vinylester en epoxyharsen hebben een betere dichtheid en zullen daardoor minder makkelijk osmose ontwikkelen.
Voorkomen of vertragen
Osmose is niet te voorkomen. Maar is dat nu zo erg? Ieder materiaal heeft namelijk onderhoud nodig. GRP blijft onderhoudarm, maar we moeten accepteren dat GRP niet onderhoudsvrij is.
Wat kun je doen om het ontstaan te vertragen?
1. Het aanbrengen van een ‘dampdichte coating’ over de gelcoat waarover dan weer antifouling wordt aangebracht.
2. Het regelmatig op de wal stallen van de boot beperkt logischerwijze de opname van water. Een romp zal in een winter niet het vocht verliezen wat het in de zomer opneemt.
3. Zoals gezegd zal een boot minder snel osmose ontwikkelen in zoutwater dan in zoetwater, maar die keuze kunnen we niet allemaal maken.
Verhelpen
Wat te doen als zich eenmaal osmose heeft ontwikkeld? Met al het boven genoemde in acht genomen is er eigenlijk maar één goede methode. De romp goed laten drogen, schoonspoelen zodat het zuur ruikende vocht met een hoog concentraat volledig is verdwenen, om vervolgens met een goed verfsysteem de droge romp weer op te bouwen. Deze aanpak is arbeidsintensief en tijdrovend. Daardoor is het bij uitbesteding een kostbare ingreep. Het is natuurlijk ook zelf te doen. Laat dan wel door een vakkundig expert regelmatig meten of de romp droog genoeg is. Is de romp te nat dan zal de coating niet hechten en is al het werk voor niets geweest. Een andere methode om osmose te beperken is om bij aanschaf van een boot een expert een goede inschatting laat maken van de vochtopname. Dit kan de kosten in de toekomst flink beperken.